Erkenning Verworven Competenties (EVC)

Via een EVC-procedure (arbeidsmarktroute) wordt een vakbekwaamheidsbewijs of een competentiebewijs behaald waarmee een werkgever beter het niveau van een politieke ambtsdrager kan inschatten door de vergelijking met een bepaalde benchmark. De kosten hiervan zijn in principe voor de overheidsorganen. Deelname aan een EVC-procedure is geen scholing of opleiding. Het is te vatten onder artikel 2.2, onder e, van het Besluit sollicitatieplicht Appa voor gewezen politieke ambtsdragers van 30 november 2010 (Staatsblad 2010, 788) (Sollicitatieplicht en outplacement voor politieke ambtsdragers (2e, gewijzigde druk) | Brochure | Politieke ambtsdragers): “Het plan bevat de volgende onderdelen: de overige activiteiten die kunnen bijdragen aan het verkrijgen van passende arbeid”.

De toegevoegde waarde van dit instrument is dat een objectieve, gecertificeerde derde voor potentiële werkgevers aantoonbaar maakt welke nieuwe/aanvullende competenties betrokkene heeft ontwikkeld in de periode dat die het ambt vervulde. Bij het Nationaal Kenniscentrum EVC is nadere informatie te verkrijgen over erkende EVC-bureaus, de gehanteerde werkwijze om te komen tot het vakbekwaamheidsbewijs (die kan verschillen per bureau), de prijzen enz.

Er zijn verschillende EVC-standaarden: beroepsstandaard, branchestandaard en beroeps-overstijgende competentiestandaard. Zoekt de uitkeringsgerechtigde bijvoorbeeld een functie als manager dan wordt een andere standaard gehanteerd dan als hij of zij aan het werk wil als specialist.

Dit is een instrument dat vooral zijn waarde bewijst in de volgende situaties:

  1. Betrokkene heeft een laag initieel behaald diplomaniveau, terwijl betrokkene als een politiek bestuurder veelal op HBO-plus werk- en denkniveau heeft gewerkt;
  2. Betrokkene heeft competenties op eenzelfde niveau, maar wel in een ander domein;
  3. Betrokkene wil aantonen dat hij of zij managementcompetenties heeft opgedaan tijdens het politieke ambt.